(28 november 2011)
De tweede restauratiefase van de Vredesmolen vangt aan. Na een eerste fase dringende instandhoudingswerken, uitgevoerd in 2008-2009, bleek eens te meer de definitieve consolidatie van deze precaire ruïne dringend te zijn geworden. Doordat de uitzonderingsmogelijkheid in het restauratatiepremiebesluit, om restaurariewerken te kunnen starten alvorens de restauratiepremie is betekend, werd toegekend, is de eindsprint ingezet. Met het doel alvast om nog voor deze winter een aantal werken te kunnen uitvoeren die fundamenteel zijn voor de standzekerheid van de ruïne.
De vredesmolen in Klerken werd als monument beschermd bij MB op 01.04.1999. Een belangrijk element in de bescherming is de bezetting van de molen door de Duitse troepen in de eerste Wereldoorlog en het gebruik als uitkijkpost, communicatie- en logististiek centrum. De molen werd getroffen door een brand op het einde van de oorlog. Hoewel de molen grotendeels werd hersteld na de oorlog en het ruïneus uitzicht in grote mate mede is veroorzaakt door decennialange verwaarlozing van het gebouw en stelselmatige instortingen, wordt het belangrijk bevonden de status quo van het gebouw te behouden en het gebouw te restaureren als ruïne.
In de periode augustus 2008 – mei 2009 werd de molenruïne voorlopig geconsolideerd. Hierbij werd een stelling aan buitenzijde van de molenromp opgetrokken en werd het puin geruimd uit de molen. Een aantal onverwachte vaststellingen leiden tot aanpassing van de zienswijze en tot een aantal bijkomende nodig gebleken werkzaamheden tijdens deze fase.
Vooreerst bleek de toestand van het metselwerk ronduit dramatisch eens de stellingen waren opgetrokken. Door de vorstschade, aangericht door decennia vrije indringing van regen had het metselwerk in de hogere regionen alle consistentie verloren. Het was ronduit moeilijk te geloven dat de ruïne zich in deze staat in stand hield en bij eerdere instortingen niet volledig was ingestort.
Evenwel bleken deze vaststellingen te nopen tot enkele wijzigingen in de aanpak van de werkzaamheden. Wegens het zeer acuut gevaar, aangezien de ruiming van het puin toen nog diende aan te vangen, werd vooreerst beslist om de losse delen metselwerk af te nemen en de instortingsklare metselwerkdelen gecontroleerd te laten instorten.
Dit resulteerde in de afname van ongeveer één meter van de bovenzijde van het metselwerk.
Daarnaast waren heel wat plaatselijke verzwakkingen van het metselwerk in de buitenschil; op alle plaatsen waar schade aan de buitenschil in de loop van decennia was ontstaan, is er door infiltratie vanaf vrije horizontale bovenzijde een sterke aantasting door vorst. Er werd geopteerd om de molenruïne tijdelijk te beschermen door het aanbrengen van een gewapende plastic folie aan de buitenkant van de molenromp, om het rechtstreekse inregenen zo veel mogelijk te beperken tot het ogenblik dat de eigenlijke restauratie van de buitenschil kan aanvatten.
Een derde gevolg van de precaire stabiliteitstoestand was tevens dat de voorziene verankering van de metselwerken aan de opgetrokken stellingen niet op geplande wijze kon doorgaan. Een schorende stelling wordt immers ontworpen op de opname van de horizontale krachten van het metselwerk, waarbij het metselwerk zelf de verticale stabiliteit verzorgt. De vrees was dat de verzwakte metselwerkstructuur in de stellingen zou gaan hangen en hierdoor nog moeilijk te restaureren zou vallen. Of erger, dat de stellingen krachten op het metselwerk zouden uitoefenen die de verticale standzekerheid in het gevaar zouden brengen met instorting tot gevolg. Immers, de uitzettingen onder warmte-invloeden (zomer / winter) zijn zeer verschillend voor de stelling en het baksteenmetselwerk, waardoor grote krachten niet uit te sluiten waren.
De eerste restauratiefase had op het einde van de uitvoering nog een verrassing in petto. De archeologische zoektocht naar de onderaardse vluchtgang, volgens lange overlevering in de kelder van de maalderij gesitueerd, leverde andere bevindingen op : een diepe schacht bleek aan te zetten in het midden van de molenromp. Omwille van het imminente instortingsgevaar kon de ware toedracht van deze schacht niet verder worden onderzocht. Nieuwe kopzorgen over de stabiliteit staken ook op : door wegspoeling van aarde bleek het gescheurde metselwerk van de molenruïne nog slechts op ruim de helft van zijn funderingen te dragen. Na deze opmetingen te hebben uitgevoerd die mogelijk waren, werd de schacht gevuld met staalvezel versterkte beton.
Na de eerste restauratiefase werd aangevangen met het ontwerp voor de defintieve consolidatie en restauratie van de Vredesmolen. Ondertussen bleek dat de genomen maatregelen tegen de inwerking van de vorst de schade hoogstens wat kon vertragen. In de twee winters, volgend op de voltooiing van de eerste restautiefase, deden zich telkens nieuwe instortingen voor ten gevolge van zware vorst.
Medio 2011 werden alle betrokken instanties zich bewust van de ernst van de situatie en werd het opdrachtgevend bestuur, gemeente Houthulst, de uitzonderingsmogelijkheid toegekend om de werken integraal te kunnen aanvatten alvorens de restauratiepremie werd betekend (artikel 7,$4 van het restauratiepremiebesluit).
Heden zijn de werken aangevat met het doel nieuwe vorst-dooischommelingen voor te zijn en meer bepaald :
- het invullen van sterk verzwakte zones in het metselwerk van de molenromp
- het vastleggen van de molen aan de schorende stellingen aan buitenzijde.
Aansluitend wordt verdergezet met het project voor de definitieve consolidatie en restauratie van de molenruïne:
- het gieten van een zwaar gewapende funderingsplaat
- het plaatsen van een staalstructuur in de molenromp
- het herstelmetselwerk van de molenromp.
De schorende staalstructuur zal tevens de molen opnieuw als uitkijkpost toegankelijk maken. Er wordt voorzien in een centrale trap en passerelles op de plaats van de voormalige molenzolders. Deze laatste zijn, al naar gelang het belang van de molenzolders als een derde, twee derde of volledige rondgang voorzien.
Voor meer beelden over het project : klik hier.